11.2. TTN - applications

../_images/TTN-console-application.png

TTN console: application

Opmerking: we gebruiken hieronder de termen “device” en “application” voor de onderdelen die je in de TTN-console tegenkomt. “Toepassing” staat voor de toepassing inclusief de onderdelen op externe servers, NodeRed, mobiele apps enz. In TTN-terminologie heten dit wel een “integration”.

In het TTN console kun je je applications beheren. Per application vind je de volgende onderdelen:

EUI staat voor Extended Unique Identifier: een wereldwijd unieke identificatie, als generalisatie van een hardware MAC-adres. TTN gebruikt 64-bits EUIs.

Enkele inleidende video’s:

Een application kan meerdere application-EUIs hebben. Dit gebruik je bijvoorbeeld voor een IoT-device waarvan alle parameters vooraf ingesteld zijn, zoals de Dragino GPS-tracker. Je kunt de application EUI van het device dan toevoegen aan de application.

Access-keys ofwel API-keys

Met de access-keys geef je externe toepassingen (“integrations”) toegang tot de data van deze toepassing. Tip: maak voor elke externe toepassing of gebruiker een aparte access-key aan, dan kun je die ook weer afzonderlijk intrekken, mocht dat nodig zijn (bij misbruik e.d.). (Opmerking: de TTN V3-software gebruikt in plaats van Access key de term API-key.)

You have attempted of activities on this page