Opdrachten ========== (1) Hoe lang ben je ongeveer bezig met het downloaden van een bestand van 1GByte, over een verbinding met een bandbreedte van 1Mbit/s, en een latency van 100ms? (Reken voor het gemak 1Byte = 10 bits.) (2) Hoe lang ben je ongeveer bezig met het downloaden van een bestand van 1KByte, over een verbinding met een bandbreedte van 1Mbit/s, en een latency van 100ms? (Reken voor het gemak 1Byte = 10 bits.) (3) Wat is de snelheid van je internetverbinding? Thuis? Op school? Probeer de daadwerkelijke snelheid te bepalen, niet de snelheid waarmee de internet-aanbieder adverteert. (4) Je loopt met een USB-stick van 10GByte van het ene lokaal naar het andere. Je bent 100 sec. onderweg. # wat is de bandbreedte van dit datatransport (in bits/sec)? # wat is de latency (in sec)? # hoe kun je de bandbreedte verdubbelen? # hoe kun je de latency verminderen? (5) Welke verbinding heeft een grotere bandbreedte: een telefoonlijn of een tv-kabel? Kun je dit aannemelijk maken op basis van de toepassing (telefoon vs. televisie)? (6) Bij een voetbalwedstrijd juichen de buren altijd even eerder. Hoe kun je dit verklaren? # de buren hebben nog analoge televisie; # de buren hebben een internetverbinding met een grotere bandbreedte; # de buren zitten dichter bij het scherm; (7) Geef voor de soorten communicatie die je eerder beschreven hebt aan wat de bandbreedte en de latency is van van het gebruikte communicatiekanaal. (8) Wat heb je liever voor internet-telefonie: een verbinding met een kleine bandbreedte (200 kbit/s) en een lage latency (20msec), of een verbinding met een grote bandbreedte (200 Mbits/s) en een grote latency (2000msec)?