Opdrachten ========== Opdracht 1. Hoe communiceer jij? --------------------------------- Geef voorbeelden van manieren waarop jij communiceert. Beperkt je hierbij niet alleen tot communicatie via computers of smartphones. Geef alleen het 1->1 deel van de communicatie van Alice naar Bob, dus niet een eventuele reactie van Bob. +----+---------+-------+----+ |Vorm|Transport|Afstand|Tijd| +====+=========+=======+====+ | | | | | +----+---------+-------+----+ | | | | | +----+---------+-------+----+ Geef van de bovenstaande vormen aan wanneer je deze kiest, en waarom. Opdracht 2. hoe communiceerde men vroeger? ------------------------------------------- Welke mogelijkheden voor communicatie gebruikten je ouders (docenten) 20 jaar geleden? Welke mogelijkheden waren er 40 jaar geleden? 100 jaar geleden? 1000 jaar geleden? Geef deze voorbeelden weer in een vorm/transport/afstand/tijd-tabel. Opdracht 3. belangrijke communicatie-uitvindingen ------------------------------------------------- * Welke uitvindingen hebben de communicatiemogelijkheden ingrijpend veranderd? Kun je deze veranderingen aangeven in een tabel zoals hierboven gebruikt is? Heeft deze uitvinding nog andere belangrijke kenmerken? * Geef van één van deze uitvindingen aan welke maatschappelijke gevolgen deze gehad heeft.